Een inkjetprinter werkt door kleine druppeltjes inkt op papier te spuiten om tekst en afbeeldingen te produceren. Hieronder volgt een korte beschrijving van elk van de componenten die betrokken zijn bij het afdrukproces van een inkjetprinter:
- Printkop: De printkop is het onderdeel van de printer dat de inkt op het papier spuit. Het bevat honderden kleine spuitmondjes die de inkt in kleine druppeltjes op het papier afleveren. De printkop beweegt heen en weer over het papier om de afbeelding of tekst te produceren.
- Voeding: De voeding is het elektronische onderdeel van de printer dat zorgt voor de stroomtoevoer naar de printer. Het zorgt ervoor dat de printer wordt ingeschakeld en werkt als de “motor” van de printer.
- Elektronische gedeelte: Het elektronische gedeelte van de printer omvat alle elektronische componenten die de printer besturen, zoals de printerkop, de papierinvoer en -uitvoer, de interface en de voeding. Het elektronische gedeelte van de printer bevat ook de firmware, software en stuurprogramma’s die de printer aansturen.
- De papier aanvoer: De papierinvoer van de printer is het mechanisme waarmee het papier in de printer wordt gebracht. Papier kan handmatig of automatisch worden ingevoerd, afhankelijk van het model van de printer.
- De interface: De interface is het onderdeel van de printer dat communiceert met de computer of het apparaat waarmee de printer is verbonden. De interface kan een USB- of een netwerkverbinding zijn.
- Cartridges: De cartridges zijn de containers die de inkt bevatten die in de printer wordt gebruikt. De cartridges worden in de printer geplaatst en vervangen wanneer de inkt op is. De cartridges zijn specifiek ontworpen voor de printer en zijn verkrijgbaar in verschillende kleuren en formaten.
Wanneer de printer is ingeschakeld en het afdrukproces wordt gestart, stuurt de computer of het apparaat een afdrukopdracht naar de printer via de interface. De printer activeert vervolgens de printkop en begint met het spuiten van de inkt op het papier volgens de instructies van de computer. De printkop beweegt heen en weer over het papier terwijl het de inkt op het papier spuit, en de papierinvoer voert het papier in de printer en transporteert het naar de uitvoerlade wanneer de afdruk is voltooid.